Op vrijdag 1 maart 2019 hebben we pater Roland Putman bezocht in Den Bosch. Hij woont daar in het 150 jaar oude stadsklooster San Damiano van de Franciscanen. Het was het begin van het carnavalsweekeinde en dat was te merken in Den Bosch. Er liepen al veel verklede mensen van het station richting centrum. We zijn nog even een speciale carnavalswinkel ingelopen om nog meer sfeer te proeven. De kleuren van de vlag van Oeteldonk kwamen overal in de stad terug. De deur van het klooster was er zelfs mee versierd.

Middaggebed

We arriveerden om 12 uur bij het klooster en konden meteen meedoen aan het middaggebed. Daarbij waren 3 zusters en 2 paters gekleed in pijen (geen carnavalskleding) aanwezig. Het voelde wat onwennig voor ons. Er werden psalmen gelezen, teksten voorgelezen en een lied gezongen. Ook was er ruim tijd voor stilte. Later hoorden we dat dit typerend is voor de Franciscanen. Zij doen dit voor bezinning en om zich open te stellen voor wat er in hen leeft. Er is dagelijks ook een ochtend- en avondgebed.

Uniek

Hierop volgde de lunch waarbij ongeveer 10 kloosterlingen aanwezig waren. Daarna kregen we een rondleiding door het klooster waarbij pater Putman uitgebreid vertelde wat er te zien was en hoe de Franciscanen leven. Het unieke van dit klooster is dat franciscanen en kapucijnen (de broeders), clarissen (zusters), en leden van de derde orde (seculieren) onder één dak samen leven.

Minderbroeders

In navolging van Franciscus en Clara van Assisi proberen zij zo min mogelijk materieel bezit te hebben, hun mening niet op te leggen aan anderen en zich open te stellen voor hun medemens. Franciscanen worden ook wel ‘minderbroeders’ genoemd, omdat zij zich inzetten voor de minder bedeelden. Dit uit zich onder andere in het beschikbaar stellen van ruimtes in het klooster voor organisaties zonder winstoogmerk die zij willen steunen. Verder zetten zij zich in voor minder bedeelden, onder andere voor dak- en thuislozen in het straatpastoraat.

Duurzaam

Zij proberen zo duurzaam mogelijk te leven en het klooster zelf te runnen. Er is dus weinig werk dat door mensen van buiten het klooster gedaan wordt. Alle inkomsten worden ter beschikking gesteld van de leefgemeenschap en verdeeld naar behoefte. Dat maakte indruk op ons! Er wordt dus niet eerlijk (in onze ogen is dat meestal gelijk) verdeeld, maar ieder gebruikt naar behoefte. En dan te bedenken dat er maar 5 van de 14 kloosterlingen in de maatschappij werken en een salaris verdienen. Wat er dan nog over is wordt aan goede doelen geschonken en opzij gezet voor grote uitgaven zoals onderhoud van het gebouw. Pater Putman liep op blote voeten, wat ik een mooie uiting vond van sober leven. Hij bleek dit ook te doen om met ‘beide voeten in het leven’ te staan, te aarden. Buiten draagt hij overigens slippers.

Kapel

We hebben het klooster van kelder tot zolder gezien inclusief de kapel met veel houtsnijwerk en een houten preekstoel hoog in de lucht met een dakje. Dit blijkt zo gebouwd te zijn voor de akoestiek, in de tijd dat er nog geen microfoons waren. We hebben het getest en het werkt! Verder zijn er veel biechtstoelen die nog steeds in gebruik zijn. In de kapel worden eucharistie- en gebedsvieringen gehouden.

Jongeren

Franciscanen zetten zich trouwens ook speciaal in voor jongeren. Jaarlijks worden er verschillende activiteiten georganiseerd waarin ruimte is om er met elkaar achter te komen hoe jongeren een zinvol bestaan op kunnen bouwen. Bij het afscheid kregen we nog een armbandje van de Franciscaanse beweging met de tekst “Vrede en alle goeds” en hebben we een groepsfoto laten maken. Daarna zijn we weer met de trein naar Amersfoort gegaan. We realiseerden ons dat het voorleven en uitdragen van het gedachtegoed van Franciscus en Clara van Assisi eigenlijk heel actueel is in deze tijd.